Nosferatu, eine Symphonie des Grauens is een Duitse expressionistische film uit 1922 van regisseur Friedrich Wilhelm Murnau. De film is gebaseerd op Bram Stoker’s boek Dracula en is de geschiedenis ingegaan als eerste vampierfilm. Deze eerste Nosferatu-versie is een van de beroemdste Duitse films uit de zwijgende periode. In 1978 maakte Werner Herzog zijn eigen versie van Nosferatu. In Nosferatu – Phantom der Nacht, wordt de rol van Bremen uit de oorspronkelijke versie overgenomen door Delft (onder de naam Wismar). Een vastgoedhandelaar in Wismar (Delft dus) stuurt zijn assistent (Bruno Ganz) naar Nosferatu die in een kasteel in de bossen van Transsylvanië woont, om wat zaken te regelen.
De assistent treft Nosferatu (Klaus Kinski) liggend in een kist aan. Nosferatu blijkt een vampier te zijn en de assistent ontsnapt ternauwernood aan een beet. Als de assistent terugkeert naar huis, reist ook Nosferatu naar Wismar met in zijn kielzog duizenden ratten die de pest verspreiden. Het schip dat Nosferatu vervoert, komt zonder bemanning in de haven aan, omdat alle bemanningsleden zijn overleden. Als Nosferatu in Wismar aankomt, breekt ook daar de pest uit. Nosferatu vertegenwoordigt het ultieme kwaad, dat in de film verslagen wordt door liefde van een vrouw (Isabelle Adjani) die het kwaad onvervaard tegemoet treedt.
Herzogs Nosferatu is een meesterlijke hommage aan de versie van Murnau. Maar voor Delftenaren is deze versie ook om andere redenen bijzonder. Het schip van Nosferatu komt aan in de haven van Delft (Delfshaven!) en Delft is de stad waar de ratten door de straten zouden moeten lopen. En hier begonnen voor Herzog de problemen bij de opnamen. Herzog werd aan alle kanten tegengewerkt en kreeg geen toestemming van B&W van Delft voor opnamen met tamme ratten op de openbare weg in Delft. Daarbij speelde de plaatselijke pers – ’10.000 ratten rennen door Delft’ – geen geringe rol. Herzog werd gezien als en sensatiezoeker en niet als een serieus filmmaker.
Filmhuis Delft (het huidige Lumen) werd door Herzog benaderd om via vertoning van zijn films te proberen dit beeld recht te zetten. Over wat er daarna gebeurde, maakte het Filmhuis een zogenaamd stadsjournaal, een eigen productie waarin Herzog uitgebreid aan het woord komt om zijn bedoelingen toe te lichten en verslag wordt gedaan van de onsuccesvolle strijd van het Filmhuis samen met Herzog om toch met ratten in Delft te kunnen filmen. Deze korte documentaire met onder meer een jonge Maarten ’t Hart als bioloog die met tamme ratten werkt, vertonen we voorafgaand aan Herzogs film. De combinatie van deze twee films is een must-see voor iedereen die geïnteresseerd is in de filmgeschiedenis van Delft.
Vooraf vertonen we: Nosferatu 3, een symphonie van angst en onbegrip, 1979, 24 min. Nederlands en Duits gesproken, niet ondertiteld. Regie: Aad in ’t Veld, Frank Fahrner. Met: Werner Herzog, Maarten ’t Hart.