Er klinkt een indringende zoem. Strawberry Mansion opent in een roze ruimte. Alles, echt álles, is roze. De tafel, de stoel, de koelkast: alles. Op de stoel zit iemand in een bruin pak, met een snorretje en een hoedje op. Plotseling stapt een andere man, op slippers en in een hawaïhemd, achtervolgd door een mysterieuze rookwolk de ruimte in. Hij meldt zijn aanwezigheid met een emmer kippenpootjes en een literfles frisdrank in zijn handen, die hij in slow motion nuttigt. Het voelt als een droom, of eerder als een reclame. Plots klinkt de wekker en de man met het snorretje ontwaakt.
Het is 2035. Reclames zijn de dromen van consumenten binnengedrongen en de overheid heft nu zelfs belastingen over bezit in dromen. Dromentaxateur James Preble reist naar de excentrieke kunstenaar Arabella ‘Bella’ Isadora, die woont in een aardbeienrood huis, Strawberry Mansion. Na een likje van haar aardbeienijsje mag Preble naar binnen om haar dromen, opgeslagen in een reusachtige verzameling videobanden, te taxeren. Met een maffe machine op zijn hoofd duikt hij haar onderbewustzijn in. Daar ontmoet hij een blonde dame in een witte jurk en hij is op slag verliefd.
Strawberry Mansion is digitaal opgenomen en omgezet naar 16mm-film. Dit geeft de film een bijna nostalgische retrofeel. Verpakt in deze snoepjeskleurige romcom zit een hedendaags maatschappijkritisch drama, dat doet denken aan They Live (John Carpenter, 1988). De fantastische animatie herinnert aan Fantastic Mr. Fox (Wes Anderson, 2009), de constante wisseling tussen werkelijkheid en dromenland aan C.S. Lewis’ The Chronicles of Narnia en de houtje-touwtjeproductie, gek genoeg, aan Villa Achterwerk.
Strawberry Mansion draaide begin 2021 op het Sundance Film Festival en is nu in Delft te zien. De trippy cinematografie en de overweldigende soundtrack maken het echt een film om in de bioscoop te beleven. Laat je onderdompelen in de retrodroomlandschappen van Strawberry Mansion.