Valley of the Gods

vrijdag 20 en zondag 22 november 2020

Krankzinnige, ambitieuze en onnavolgbare film over een superrijke man (John Malkovich) die in het heilige gebied van de Navajo-indianen wil gaan boren naar uranium. De Navajo verweren zich met al hun magische krachten en middelen. Een schrijver met relatieproblemen legt alles vast.



Koop nu een kaartje

Toegegeven, het is een beetje een gezocht verhaal over de rijkste man op aarde, Wes Tauros (een goed gecaste John Malkovich), die in een dystopische toekomst de globale, op uranium gebaseerde energiemarkt beheerst en hiervoor de heilige bergen van de Navajo-indianen (een stukje Monument Valley) wil opkopen en afgraven. Die indianen, die voldoen aan de gebruikelijke clichés (werkeloos, drankverslaafd en lamlendig, soms ook trots en gedreven, altijd kleurrijk), willen die snode plannen natuurlijk verhinderen, en roepen hiervoor al hun magische krachten en middelen af. Verbindende factor is schrijver/journalist John Ecas (Josh Hartnett, ook goed), die het levensverhaal van de rijkaard moet opschrijven en hiervoor zowel diens op een hoge berg gelegen megalomane woonverblijf als het fraaie maar desolate indianengebied bezoekt. Hij heeft echter ook andere dingen aan z’n hoofd, want zijn vrouw heeft hem onlangs verlaten.

Valley of the Gods fascineert door zijn barokke vormgeving, aparte personages en totale onvoorspelbaarheid. Voor wie dat wil zit er een morele les in over de zin en onzin van de westerse beschaving. Er is een mooie bijrol van 2001: A Space Odyssey-astronaut Keir Dullea als Tauros’ persoonlijk assistent, en er is een raadselachtige dame (of zijn het er twee?) en een prachtige, deels klassieke soundtrack. De indeling in tien hoofdstukken biedt de structuur die nodig is om niet helemaal te verdwalen.

Maker en productie zijn Pools, maar dat zie je pas op de aftiteling. Daarna blijft-ie nog wel even in je hoofd hangen… om uiteindelijk aan te kloppen bij het hokje dat al wordt bevolkt door David Lynch, Terrence Malick, Andrei Tarkovsky en Richard Kelly. Misschien laten ze ‘m binnen…