Z’n eerste (korte) film maakte hij in 1962 – met een van de Münchense filmacademie gestolen camera – , zijn nieuwste productie staat alweer op stapel. Werner Herzog (1942) gaat tot zijn laatste snik door met filmen, en wat hem daartoe drijft probeert Von Steinacker te vangen in zijn portret van een fenomeen.
In chronologische volgorde loopt Von Steinacker Herzogs filmografie na, van de vroege speelfilms (Lebenszeichen, 1968; Auch Zwerge haben klein angefangen, 1970) en documentaires (Die fliegende Ártzte von Ostafrika, 1970; Die groβe Ekstase des Bildschnitzlers Steiner, 1974) tot latere producties als Grizzly Man (2005), Bad Lieutenant: Port of Call (2009) en Meeting Gorbachev (2018).
Daartussendoor snijdt hij interviews met collega-regisseurs als Chloé Zhao, Neue Deutsche Film-generatiegenoten Volker Schlöndorff en Wim Wenders, aangevuld met gesprekken met Herzogs echtgenote Lena en acteurs als Nicole Kidman en Christian Bale, met – verrassend – performer Patti Smith ook in de rij geïnterviewden. Het resultaat is een uitputtend portret van een man die zich nog steeds verwondert als een kind, als een dichter – en die verwondering in de camera weet te vangen.
Filmen en leven zijn één, filmen is voor Herzog een duikvlucht in het onbekende, een proces waarbij je je ervan bewust wordt dat achter de alledaagsheid der dingen een diepere waarheid schuilt die huiveringwekkend mooi, angstaanjagend of ontroerend kan zijn. Geen wonder dat de filmer wel ‘s wordt omschreven als “de laatste verdediger van de Duitse Romantiek’” of zelfs als “vitalist”. Herzog (in een ander interview): “De term ‘vitaal’ heb ik wel ’s horen vallen in Duitse reformzaken, meestal met betrekking tot muesli.” Radicaal dromen staat nuchtere weging van de feiten geenszins in de weg, blijkt.
Ook vertoont Filmhuis Lumen in juni zijn films: Fitzcarraldo, Kaspar Hauser – Jeder für sich und Gott gegen alle en Aguirre, der Zorn Gottes.