Horror-komedie over een autoband die tot leven komt en psychokinetische krachten gebruikt om mensen te doden. We vertonen deze bijzondere klassieker ter ere van de nieuwe film van Quentin Dupieux, Le Dieuxieme Acte die in juni uitkomt.
Een autoband met psychokinetische krachten en een onbedwingbare zucht tot moorden, kun je daar een film over maken? Tuurlijk wel, dacht de Franse alleskunner Quentin Dupieux, en maakte Rubber, de film die in 2010 zijn doorbraak betekende. The Huffington Post omschreef Rubber als ‘een superintellectuele parodie, dwaas en slim, populistisch als een ordinaire B-film en tegelijk high brow absurdistisch theater’.
‘Veel dingen in de film gebeuren zonder duidelijke reden’, vertelt ene sheriff Chad aan het begin van Rubber. Vraag dus niet waarom autoband Robert midden in de Amerikaanse woestijn ineens tot leven komt; het gebeurt gewoon. Vanaf dat moment volgen we Robert op een bijzondere tocht, waarin hij zijn telekinetische krachten leert kennen en gebruiken, van een afstandje gadegeslagen door een kritisch publiek.
Na zijn eerste twee geflopte films was Rubber voor regisseur (én producent, én songwriter/muzikant) Quentin Dupieux de opmaat naar een reeks van films die opvalt door absurdistische en eigenzinnige humor. Denk bijvoorbeeld aan Deerskin, over een man die geobsedeerd raakt door zijn leren jasje, Mandibules, over de avonturen van een duo losbollen met hun gigantische huisvlieg, en meer recent Daaaaaalí!, een prettig gestoorde bijna-biopic over de beroemde Catalaanse surrealist.
Voorwerpen met een eigen wil zijn de inspiratie voor een klein maar fijn subgenre films dat zichzelf niet te serieus neemt. Voor aanvang van Rubber is er een inleiding met hilarische fragmenten, met onder meer een koelkast die een poort naar de hel herbergt en een opstand van condooms.
Filmhuis Lumen draait Rubber als opmaat naar de nieuwste film van Dupieux, Le Deuxième Acte die in juni uitkomt.