Metropolis, Fritz Langs monumentale meesterwerk, zit vol expressionistische beelden, religieuze symboliek en sociaal-utopistische ideeën. De film biedt een donkere, visionaire blik op de moderne maatschappij, gedomineerd door machtsdrift, kille technologie en collectief geweld. Langs futuristische machines en buitensporig grote decors vormen de achtergrond van wat later wel “de moeder aller sciencefictionfilms” genoemd zou worden.
De volledig gerestaureerde versie van 150 minuten – sinds 2010 vrijwel in oorspronkelijke lengte te zien – herstelt de grandeur en intensiteit van deze invloedrijke klassieker. Vertoond met een muzikale score van Gottfried Huppertz en Duitse tussentitels met Engelse ondertiteling.
“A film from the holdings of the Friedrich-Wilhelm-Murnau-Stiftung (www.murnau-stiftung.de) in Wiesbaden.”
In de gigantische futuristische stad Metropolis – bestaande uit een schitterende bovenstad voor de heersende intellectuele elite en een uitgestrekte ondergrondse fabriekswereld voor de arbeiders – groeit de spanning rond het jaar 2000 tot een explosief kookpunt. De arbeiders, die als “handen” functioneren in dienst van de kille, almachtige machines en onder bevel staan van stadsheerser Joh Fredersen, leven in een ritme dat volledig wordt bepaald door het mechanische systeem dat hen in zijn greep houdt.
Wanneer Freders zoon, Freder, voor het eerst oog in oog komt te staan met het harde bestaan van de werkers, wordt hij geraakt door hun lijden. Zijn ontwakende medeleven wordt versterkt door de aanwezigheid van Maria, een profetes en inspiratiebron die pleit voor verzoening tussen “hoofd” (de machthebbers) en “handen” (de arbeiders). Maar die fragiele hoop wordt ondermijnd wanneer een duivels verleidelijke robot – een machinemens perfect gemodelleerd naar Maria – wordt ingezet om de massa op te hitsen. De valse, demonische robot-Maria jaagt de arbeiders de opstand in en brengt de hele metropool aan de rand van een catastrofe.
In een wereld waar macht, technologie en menselijke vervreemding hand in hand gaan, moet Freder de rol van bemiddelaar op zich nemen en de verbinding vormen tussen hoofd en handen: het “hart” dat de stad kan redden. Terwijl de arbeiders hun woede koelen op de robot en deze vernietigen, ontstaat er ruimte voor een nieuw begrip tussen de klassen.